Waarom

‘Waarom laat je mijn lieftallige dochter een week alleen om te gaan mediteren?’ De vraag van mijn nieuwe ‘schoonvader’ was legitiem. Toch bespeurde ik in mezelf de neiging tot een mentale ontwijkingsmanoeuvre. Maar de vraag was oprecht en verdiende een eerlijk antwoord. Om dichter bij mezelf te komen, bij wat ik wezenlijk en van nature ben; om dat meer ruimte te kunnen bieden. Bij zo’n antwoord zou je toch spontaan het zuur krijgen. Wat ben je anders ‘wezenlijk en van nature’ dan wat je gewoon bent met al je sores en gedoe? Nou ja, toch maar door de zure appel heen bijten.

Wat we zijn is gebundelde energie, die deel uitmaakt van de energie die onze kosmos en onze wereld schiep en steeds weer herschept: een onkenbaar mysterie. Die energie heeft in talloze religies talloze namen, maar is in wezen liefde. We zijn ermee verbonden in een onophoudelijk voortgaand proces, waarvan je op elk moment de stroom kunt voelen. Altijd Nu. In onze menselijke staat kunnen we de-energie-die-we-zijn zus of zo gebruiken, want zij laat zich sturen. Hoewel in de basis liefde, kunnen we ten prooi vallen aan liefdeloosheid, agressie, zelfmedelijden, treurnis, onverzadigbare verlangens, jaloezie, vernietigingsdrang etc.; allemaal verworden uitdrukkingsvormen van diezelfde energie. Dat gevaar dreigt als de verbinding tussen ons en die oneindig omringende en omarmende energie verstopt raakt. Het stroomt dan niet meer tussen ons en die energie.

De verstopping ontstaat door stolsels in ons ‘denkhoofd’ om Bassie en Adriaan te citeren. Ze halen je uit het Nu en komen voort uit onverwerkte emoties en gebeurtenissen – waaronder opvoedingstrauma’s – en hebben meestal heftige, harde oordelen tot gevolg. Over onszelf, de ander, de wereld en de dingen die daarin gebeuren. Zonder oordeel geen actie, natuurlijk niet. Maar als oordelen proppen worden en de energieleiding verstoppen, dan staan ze juist onze natuurlijke actiemogelijkheid in de weg. Er komt misschien wel actie, maar dat is dan geconditioneerde actie, die geprogrammeerd is door iets wat we niet echt zijn en waarin de vrije, actuele geest verloren is geraakt.

Als je stil gaat zitten en niet beweegt, zie je veel van die ‘denksels’ voorbij komen. Dat zien – zonder oordeel – is belangrijk want die denkstolsels zijn niet alleen verstoppers maar ook stoorzenders, die je voortdurend bepaalde acties aanpraten: Je moet dít doen en dàt vooral niet. Dat veroorzaakt vaak veel onrust in ons en weinig openheid. Het ene stolsel spreekt het andere bovendien vaak tegen. Maar van die openheid, waarin je vrij bent en alle kanten uitkunt, precies zoals de actuele situatie vergt, moeten we het nu juist hebben. Die mogelijkheden zien en zo heel bewust je keuzes maken en je niet ‘hoofdzakelijk’ laten sturen door je conditionering. Dat voelt goed. Mediteren is dus een soort milieuvriendelijke ontstopper.

Wetenschappelijk is vastgesteld dat denkstolsels simpel door het zien ervan oplossen. Je hoeft geen oordeel te hebben over wat je allemaal ziet, beter niet zelfs, want dat leidt alleen maar tot stolselverharding. Het zonder oordeel zien van je gestolde denksels werkt zo sanerend dat meditatie voor de meeste mensen weldadig is. De vakbeweging wil op de werkplek zelfs meditatiemogelijkheden invoeren. En tal van wetenschappers tonen aan dat meditatie helpt bepaalde ziekten, stress, depressies e.d. het hoofd te bieden.

Schoonpa, zoiets dus. Maar misschien is dit duidelijker: ik ga mediteren om die andere 51 weken nog meer van je dochter te kunnen houden.

Dick Verstegen