Walk of wisdom, een
groeiende hand van
vrede rond de wereld

pelgrim_damiaan-222x300Hij heet Damiaan Messing. Hij is van 1972, 43 jaar oud dus. En hij heeft niet stil gezeten. Behaalde een masters in de politicologie en een bachelor religiewetenschappen. Cum laude. Was speechschrijver voor ministers en staatssecretarissen, docent aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en leidde een coachingsbureau voor academisch schrijven.

En nu heeft hij het roer dus omgegooid. Hij ‘doet’ -bijna geheel pro deo- een vredesinitiatief: de Walk of Wisdom. Hij is daar al geruime tijd mee bezig en het project is nog lang niet ‘af’, voor zover dat al mogelijk is. De eerste 136 kilometers zijn rond Nijmegen uitgezet. Maar de Walk zal straks als een  de wereld omspannen. Een groeiende hand van vrede. ‘Hier worden gedurende drie jaar identiteit en basisrituelen van de Walk of Wisdom ontwikkeld, waarna de route geleidelijk wordt uitgelegd naar de rest van de wereld met behulp van lokale partners’ schrijft hij op de site van de Walk.

Ik ben geraakt door dit initiatief. Het is zowel visionair en gedurfd als weloverwogen en verankerd in verdieping en levende overtuiging. ‘Ik heb lang gezocht naar kennis om de wereld te verbeteren, tot ik besefte dat hoe je naar kennis kijkt veel belangrijker is. Je moet eerst bij jezelf naar binnen voordat je met kennis – of wat dan ook – iets zinnigs kunt doen’, schrijft Damiaan op zijn site. Hij gaat dus bij zichzelf naar binnen terwijl hij in dit proces tegelijkertijd het onderwerp van zijn bekommernis, de wereld, intensief betrekt. Een bodhisattvakrijger tot en met dus!walk_of_wisdomMet twee voeten op de grond, maar wel als pelgrim met een bedelnap. Een crowdfunding thermometer staat je op de site bemoedigend toe te glimmen. Als je op de Walk of Wisdom-site leest wat hij allemaal al voor elkaar gekregen heeft! Ongelooflijk. Niet alleen de route zelf en alle onvoorstelbare details die daarbij komen kijken, maar ook bijvoorbeeld een aangroeiend pelgrimsgetijdenboek Seizoenen van het Leven met ‘voorlopersbijdragen’ van o.a. Inez van Oord, Job Cohen, Jan Terlouw en Herman Wijffels.

 

En verder, als weer een losse greep uit de talrijke voorbeelden: het Pelgrimsicoon van het
walk_of_wisdom_logo_anne_louman-150x150kunstenaarsechtpaar Huub en Adelheid Kortekaas dat elke pelgrim krijgt uitgereikt. Pelgrim is het icoon van de Walk of Wisdom en geldt als eigentijdse´beschermheilige´ van de route. Zij verbeeldt dat alle mensen “zaailing zijn van Moeder Aarde” met ieder een eigen, unieke kiemkracht.

Volgens de kunstenaars zijn we op weg naar een nieuw wereldbewustzijn – een “Nieuwe Renaissance” – waarin de mens zich zelf niet langer apart zet van de natuur. Volgens de kunstenaars zijn alle mensen verbonden in het verlangen om te worden tot wie we in diepste wezen zijn. Dit maakt ons tot medescheppers van de werkelijkheid. Het icoon Pelgrim draagt deze gedachte van de kunstenaars uit en refereert aan hun project de unifying spiritual field of the worldHuub en Adelheid Kortekaas werken momenteel aan de realisatie van de Anima Mundi in Beuningen: een tempel die het geweten van de aarde symboliseert.

Ik word erg blij van deze dingen die allemaal voortkomen uit een diepe liefde voor het
damiaan-150x150bestaan en de wezenlijke aard van de mens.

Met een aantal sanghagenoten gaan we daarom op zondag 20 september om 10.00 uur als vlamdragers voor de vrede een stukje van de route lopen. Voorafgegaan door een korte meditatie bij ons startpunt. Begraafplaats De Geest. Vlakbij het kleine Bartholomeuskerkje in Beek tegenover hotel ’t Spijker. Een mooie plek, een open afdak met natuurpalen uit het naburige bos. Burgemeester Bruls van Nijmegen heeft een dag eerder de aftrap voor alle Vlamdragers gegeven.

Volgens mij is er iets bijzonders aan het gebeuren. Aan het geboren worden. Wil je mee vroedvrouw (m/v) zijn? Het spreekt vanzelf dat iedereen welkom is die zich aangesproken voelt.

http://damiaan-messing.nl
http://walkofwisdom.org/home-walk-of-wisdom.html

 

Zwaard van liefde

Op een dag stapte ik, gekleed in monniksgewaad, op zenmeester Joshu af en vroeg hem, een beetje bruusk misschien: ‘Wat is Joshu?’ Zonder blikken of blozen antwoordde Joshu, die net zo heet als zijn woonplaats: ‘Oostpoort, westpoort, noordpoort, zuidpoort’.  En opeens zag ik het…

Zo word ik wel eens wakker: Alleen maar ruimte, aan alle kanten; alle poorten staan open. Het hele universum, zo voelt het, bevindt zich overal in mij, staat overal aan ‘mijn’  kant. Bevrijding alom. Is dat hoogmoed of deemoed? Het één of het ander? Wat valt er te kiezen; wie of wat kiest? Die vragen zelf vormen al de afgescheidenheid van het oordeel. Naarmate de dag vordert, ben ik het die op deze manier onderscheid aanbrengt. Stof op de spiegel.
joshu-column-dick-verstegen-december-2014Zoals ook nu. Ik ben vermomd als de monnik die zijn meester op min of meer hoge toon vraagt wie er eigenlijk thuis is. Dit keer vraag ik naar zijn hoedanigheid. Wat is Joshu? Joshu draagt de naam van de stad waar hij woont. De vraag kan dus op twee manieren worden opgevat. Wat doet de meester met dit door mij gecreëerde dilemma? De vermomming als monnik/betweter draag ik ook vaak tegenover mijn geliefde, familie, vrienden en leerlingen, tegenover de meester in mij, tegenover het universum.Vrijwel allemaal willen ze mijn spel wel weer meespelen, maar meester en universum niet. Zij appelleren onophoudelijk aan wat ik wezenlijk ben, aan de ware stem van mijn hart.

Geldt mijn vraag de persoon of de plaatsnaam, een stad met vier open poorten? Zo schep ik een fuik, niet voor de meester maar voor mijzelf. Want ik ben weer van slag. Als betweter/monnik raak ik vaak de kluts kwijt in de beleving van de ware stem van mijn hart. Ik zoek een ‘thuis’ en zie hartruis aan voor de ware stem; het is de stem van gelijk en ongelijk; de stem van oordeel, angst en verongelijktheid, die zich uit in mijn vraag: ‘Wat is Joshu?’ ‘Oostpoort, westpoort, noordpoort, zuidpoort’, antwoordt Joshu. Oost, west, thuis best? Nee, de ware stem van het hart kent geen afgescheiden thuis, want thuis is overal, is allemaal, is alles. Thuis is wat hier en nu gaande is, gedragen door liefde. Oostpoort, westpoort, noordpoort, zuidpoort: openheid, leegte, niemand thuis, zodat de liefde haar ongeclausuleerde gang kan gaan.

De meester in mij omarmt het antwoord van Joshu. We hoeven alleen maar orgelpijp te zijn in een windorgel als in Vlissingen. De wind die erin blaast –van alle kanten en onophoudelijk– is ons leven. Dat te aanvaarden, schept ongekende horizonten. Geen pretenties. Alleen maar dienstbaarheid aan de Weg, aan het Universum. Kan ik dat aan, zodat ik zowel die dienstbaarheid als die verongelijktheid en angst omarmen kan…? Mijn hoge toon als vragende monnik komt namelijk voort uit angst. Ik moet toch op z’n minst weten wat er te weten valt, wil ik met mijn angsten kunnen leven. En omdat dat maar niet lukken wil, probeer ik mijn leermeester/alter ego klem te zetten met zo’n vraag als ‘Wat is Joshu?’ Wat ben ikzelf eigenlijk?
zwaard-van-bakuya-columd-dick-verstegen-december-2014Dan hoor ik eindelijk in zijn antwoord wat verstaan wordt door wat ik wezenlijk ben. De meesters binnen en buiten mij vloeien samen: oostpoort, westpoort, noordpoort, zuidpoort. Daarin valt de klem van het weten weg die ik wilde zetten, de grijpgrage handen van mijn gelijk en mijn oordeel, de wurgende angst alleen te zijn met mijn angst en onzekerheid.  Met Joshu’s antwoord heeft eindelijk in mij het zwaard van Bakuya toegeslagen. Dat is het roemruchte zwaard dat mijn zelf doodt en mij zo leven brengt. Het zwaard  dat door verduisterde zenmeesters zo onachtzaam is gebruikt om monniken voor en tijdens WOII de dood in te jagen; de fundamentalistische zelfmoord die zij ‘bevrijding’ noemden. Dit besef is niet in strijd met, maar maakt deel uit van mijn nieuw opgekomen inzicht.

De openheid van ‘Oostpoort, westpoort, noordpoort, zuidpoort’ wijst geen oordeel af, keurt goed noch af, maar integreert …gedragen als zij wordt door liefde. Het universum aanvaardt zonder oordeel en zonder onderscheid en laat in zijn liefde uiteindelijk ook de verduisterde zielen in zijn vangnet toe. Joshu’s zwaard, dodend en bevrijdend, is niet een zwaard van scheiding, maar een zwaard van verbinding: het zwaard van liefde.

Hekiganroku  9 – Wat is Joshu?

Pagina 2 van 2

Oh….kijk!

herderstasjeBasho, de dichter-zenmeester uit de 17e eeuw, maakte eens een gedichtje over een Herderstasje, een haiku. Het gaat zo en ik heb mijn Nederlandse vertaling , ook in haiku-vorm, ernaast gezet:

Yokoe mireba-Zie toch eens hoe het
nazoena hana sakoe-Herderstasje bij die heg
kakine kana-in bloei staat; oh, kijk….!

Het gaat hier om dat Oh, kijk….! De vertaling van het
matsuo-basho-furusato-150x150nauwelijks vertaalbare kana, dat o.m. de verwondering pur sang uitdrukt. Hierin is de open erkenning helemaal daar en het hebben of willen hebben volledig afwezig.

Mensen zijn vaak meer bezig met hebben dan met zijn. D.T. Suzuki heeft dit vooral westerse verschijnsel eens mooi beschreven in het boek Zenbuddhism & psychoanalysis dat is opgebouwd uit de voordrachten die hij, Erich Fromm en Richard de Martino hielden op een gelijknamige conferentie in 1957 aan de Universiteit van Mexico. Het is in het Nederlands vertaald als Zenboeddhisme en het westen en sinds 2002 weer verkrijgbaar.

Hij vergelijkt daarin twee gedichten van twee verschillende dichters. De fameuze Basho (1644-1694) met zijn Herderstasje en Alfred Tennyson (1809 1892) met diens gedicht Flower in the Crannied Wall. Zet het gedicht van Basho, waarmee dit stukje begint, eens naast het gedicht van Tennyson:

Flower in the crannied wall,-Bloem in de gebarsten muur,
I pluck you out of the crannies,-Ik pluk je de spleten uit.
I hold you here, root and all, in my hand,-Hier houd ik je in mijn hand, wortel en al
Little flower — but if I could understand-Klein bloemetje – kon ik maar bevatten
What you are, root and all, and all in all,-wat je bent, wortel en al, en al in al,
I should know what God and man is.- dan zou ik weten wat God is en de mens.
tennyson-150x150De overeenkomst tussen de gedichten is dat zowel Basho als Tennyson geraakt worden door het mysterie dat zich uitdrukt in een bloemetje. Daarna treedt er inhoudelijk een danig verschil op. Bassho blijft bij zijn waarneming en laat het wonder zijn wat het is. Tennyson komt meteen in actie, eigent zich het bloemetje toe (waardoor het dood zal gaan), en zegt dat hij zou willen bevatten of begrijpen wat het is omdat hij dan zou weten wat God en mens zijn.

Kana drukt een onbeschrijflijke ervaring uit van bewondering, bewogenheid, lof, verwondering, verdriet, vreugde. Wij zouden minimaal een uitroepteken gebruiken. Maar de betekenis van kana reikt veel verder. In het geval van Basho gaat het om verwondering. Basho wandelt en ziet bij een oude verwaarloosde heg een herderstasje bloeien, argeloos, zonder enig verlangen door iemand te worden opgemerkt. Basho kijkt niet alleen, hij ZIET het bloemetje en ziet de goddelijke

glorie ervan. Hij ondergaat een gevoel dat verwant is aan goddelijke liefde. Hij laat de bloem zoals hij is, onaangeroerd en vol bewondering. Basho raakt de bloem zelfs niet aan. Hij doet NIETS. Hij voelt het volledige geheim dat verwant is met de bron van al het zijn. Alleen dat KANA schreeuwt hij uit. In het Zie toch eens is de behoedzaamheid van de toeschouwer en de eigenheid van de bloem opgenomen. Het gaat Basho om de ervaring.

Tennyson plukt de bloem, trekt ook de wortel uit de spleet en kijkt er dan naar en ervaart vermoedelijk een vergelijkbaar gevoel over dit nietige volledige leven. Hij is actief en analytisch, onderscheidend en vol dynamiek. En vernietigt de bloem in zijn bewonderende nieuwsgierigheid. Hij zoekt vanuit dat vergelijkbare gevoel met dat van Basho opeens iets heel anders: rationeel begrip, lijkt het. Mocht ik bevatten wat je bent, dan zou ik weten wat God en mensheid is. Hij wil het bloemetje hebben en hij wil zich wat erachter schuilgaat eveneens toe-eigenen. Zo neemt hij afstand van de bloem en dus van God en mensheid èn van het mysterie.

Kun je naar een bloemetje kijken, zoals Basho doet?Wanneer iemands geest opengaat,
elisabeth-tonnard-150x150ziet hij/zij zelfs in een grassprietje iets dat totaal aanwezig is en uitstijgt boven menselijk gekissebis. Ik denk nu aan mijn jonge vriendin Elisabeth Tonnard (41) , die ik heel lang niet gesproken heb: http://elisabethtonnard.com. Ze is al jaren succesvol schrijver/beeldend kunstenaar. Zij won dertien jaar geleden, de Serge Heederik Philosophical Essay Award, 2nd place. .En in haar eervolle bijdrage schreef zij o.m. in Trouw over het zien van een grassprietje:

Door het nabije te ervaren, leert men dit verre kennen. Het nabije ervaren is dus niet het verre afsluiten, integendeel, het nabije is zo ruim dat het het verre omvat. Ik nodig dus liever het verre uit in het nabije dan dat ik alles om mij heen vergeet en naar het verre streef dat daar helemaal niet ligt, dat altijd alleen maar nabijheid is geweest.(……) Het nabije bekijken is niet kortzichtig maar geeft een blik op de oneindigheid. Het oneindige kan slechts bestaan dankzij het eindige. Het moment is misschien wel de enige vorm van eeuwigheid die aan ons stervelingen gegeven is. Het is geluk haar te ervaren.

Kunnen wij doen wat Basho en Elisabeth konden? Kunnen wij het verre in het nabije zien? De bloem kennen is de bloem worden, zegt Suzuki. Want als je zo naar een bloem of een grassprietje kunt kijken (doe dat steeds opnieuw), dan kun je ook vriendschap sluiten met jezelf. Of houden wij het op: willen hebben, in bezit nemen met welke goede bedoelingen ook.

Mijn wens is dat wij allen onszelf, het andere en wat zich ook maar in en om ons voordoet mogen zien op de wijze van Basho en Elisabeth en niet zozeer op de wijze van de getergde Tennyson.

Ik lijk zelf vaak op de laatste en ik heb sterk de indruk dat dit ook voor vele andere auteurs geldt, getuige hun eindeloze zoektocht naar het ware Boeddhistische woord dat zij zich willen toe-eigenen. Misschien ontgaat het ons wel omdat we steeds weer dat denkhoofd van Bassie, Adriaan en Tennyson aan- en op zetten.

Kaartje van God

maria-1-261x300Van Maria ontvingen we weer een kaart. Zo’n prachtige kalligrafie. Een gestileerde G en een omgekeerde daarnaast, zodat het een gestileerde D wordt. In goud. De oplettende lezer ziet het al. Hier staat God. ‘Tussen de G en de D is hier onzichtbaar de O wel aanwezig, zoals in Gods naam JHWH ook de klinkers onzichtbaar zijn……’, schrijft ze achterop. Wij hebben hele stapels kaarten van Maria. En elke keer als er weer een komt, ervaren we dat als een bijzonder cadeau.

maria-2-224x300Het boeddhisme, zo heet het, heeft het niet zo met God. Met of zonder O. Dat heeft vast te maken met het massaal ontvlieden van het Christendom sinds in onze cultuur het idee groeit dat God Dood is. Net als veel anderen van mijn generatie en generaties nadien, maakte ook ik me los van mijn christelijke wortels, probeerde dat althans, en begaf mij later welgemoed als ‘ietsist’ op het zenpad. Bij de klassieke diehards van het zenboeddhisme stuit je niet onmiddellijk op een begrip dat verwant is met God. Verwijzingen naar ‘iets’ als het mysterie van dit bestaan, het non-duale, het Absolute, Liefde, Leegte, het Ongeborene en Eenheid zijn er des te meer. In latere tijden aarzelt Shunryu Suzuki niet om over de Bron van alle Zijn te spreken. En we realiseren ons steeds beter dat het taoisme, dat van zoveel invloed is geweest op het ontstaan van ch’an en zen, stoelt op het ‘begrip’ Tao dat alle omschrijving en alle definiëring te boven gaat. Zeg maar: God. Ook wel het Universele Principe genoemd.

Steeds meer zie en ervaar ik dat het loslaten van alle concepten, van alle opgelegd pandoer, de enige manier is om de weg vrij te maken voor de werking van dit universele principe. Door ons te vermeien in wu wei. ‘het mooie vanzelf gaan’, zoals Henri Borel ch’an-man avant la lettre, dat noemde. Een geweldig mooi voorbeeld van het vrijmaken van de weg gaf Connie Franssen onlangs in haar BD-column Thee (http://boeddhistischdagblad.nl/thee/). Ontdoe je van de conceptuele ballast en weet van een kopje thee te genieten of laat je raken door zo maar iets dat de werkelijkheid je voorschotelt. Dat behoeft geen analyse, geen weten, geen oplossing. Het gaat vanzelf.

Shitou Xiqian (Sekito Kisen, 8e eeuw) benadrukt in zijn prachtige verzen over de identiteit van het relatieve en het absolute dat het ondoorgrondelijke en het alledaagse bij elkaar horen als pan en deksel, als twee voeten bij het lopen.

Daar gebeurt het allemaal. Allemaal? Ja allemaal. Het gebeurt niet aan de denktafel. Het gebeurt niet in constructies en methoden. Alles gebeurt in het hart van het leven zelf. En heeft geen behoefte aan verduidelijking. God is niet dood; het instituut dat het besef van het goddelijke en het ‘mooie vanzelf gaan’ in de weg staat misschien wel. Bijna dan. Wat heerlijk om vanuit deze notie te kunnen doen wat je te doen hebt.

Daar waar wij onze armen kunnen opengooien in niet-weten komt ogenblikkelijk het mysterie van de werkelijkheid tevoorschijn, de handen van God. Want: ‘…………Je kunt deze letters ook zien als de Handen van God,’ besluit Maria haar tekst aan de achterkant.

Sesshin – wat is dat eigenlijk?

Het is retraitetijd. De zomer is vanwege de vakantietijd van oudsher een periode waarin retraites vallen. Ik heb heel wat peentjes gezweet tijdens retraites in De Tiltenberg in Vogelenzang, destijds het  retraite-mekka van de zenwereld. Dat zweten was niet alleen vanwege de brandende zomerzon, maar ook door de ongewone aanslag die zo’n retraite doet op je wijze van zijn. Maar er is geen retraite geweest waar ik spijt van had. Integendeel. Ze hebben mij zonder uitzondering heel veel gebracht. Nu geef ik ze zelf.

In de zenwereld worden deze indringende samenkomsten meestal sesshins genoemd. Sesshin zou je kunnen vertalen met ‘in het hart geraakt worden’. In het Engels: to touch the mind, maar ook to receive, to convey the mind. In ‘receive’ en ‘convey’ zit het begrip ‘ontvangen’ en  ‘mind’ wordt vaak vertaald als ‘geest’, maar ‘hart’ is breder en komt meer in de buurt van het woord shin, dat in sesshin vorkomt.  Shin omvat hart, hoofd en hara, waar de inuïtitie zetelt. Nog beter is het wellicht om bij shin te spreken van ‘het gewone leven’ of ‘het leven zoals het is’. Want ‘mind’ is volgens zenmeester Dogen ook ‘bergen, rivieren en de machtige aarde, de zon en de maan en de sterren’. Alle wezens, al het bestaande inbegrepen dus. En dan kom je bij het vertalen van het woord sesshin uit op iets als ‘je leven volledig ervaren zoals het is’.

Sesshins komen uit de monastieke zentraining voort en vormen in feite het hart van de zenbeoefening. Ze zijn zo wezenlijk voor een serieuze zentraining, dat ook de westerse lekenbewegingen ze onverkort hebben overgenomen, soms met wat aanpassingen en vereenvoudigingen van de rituelen.

De kort geleden overleden Amerikaanse zenmeester Robert Aitken roshi in Honolulu kenschetste in zijn Sesshin-onderricht voor nieuwkomers op één van de websites van het Berkeley Zen Center een sesshin als volgt: ‘Tijdens een sesshin richt je je met alles wat je in huis hebt op één ding: alleen maar je adem tellen, alleen maar je koan, verder niets. Vergeet je in die beoefening volkomen, alleen zo komen dingen in jezelf tot verwerking’. Om tot die focus, tot die concentratie en ‘overgave’ te komen nemen de deelnemers aan een sesshin gedurende de hele periode volledige stilte in acht. Ze spreken niet, maken geen oogcontact, kijken niet rond en wisselen geen sociale beleefdheden of signalen uit. Want al die dingen leiden je af van het aandachtig en vooral ook open aanwezig zijn.
doubt-134x150Die openheid, dat niet weten -zo belangrijk voor het deelnemen aan een sesshin- vind ik mooi weerspiegeld in een kunstwerk dat in mijn dokusankamer staat. Het is gemaakt door Ferdie Westen, een  vriend over wie ik wel eens meer geschreven heb.  Kijk maar op: http://boeddhistischdagblad.nl/ferdie-westen-beoefent-de-kunst-van-het-niet-weten/doubt-tekst

Zo oefen je je dan in iets wat de filosoof Otto Duintjer in zijn boek Onuitputtelijk is de waarheid levensbeaming ‘om niet’ noemt, de kern van zingeving en levenskunst. Daarbij gaat het om: ‘je meer leren blootstellen aan de werkelijkheid, zoals die zich per situatie manifesteert, om ons en in ons, zonder afweer of verdringing enerzijds en zonder vastklampen of verslaving anderzijds’.

Van 13 – 17j uli tot geef ik  weer zo’n sesshin in Kloosterhotel ZIN in Vught, echt een prachtige plek met voor iedereen een eigen kamer met douche en toilet.  Wees welkom! http://www.dickverstegen.nl