Schoon schip

Veertig jaren innige verbinding met mijn in 2005 overleden vrouw en onze twee dochters lagen ten grondslag aan het opruimkarwei waartoe ik mij onlangs zette. Slechte weggooiers als we waren, hadden we, bewust en ongemerkt, veel spullen verzameld. Een gigaklus dus, zoals dat in eigentijds taalgebruik heet. Maar doe je het als samu, dan wordt het een meditatieve oefening zonder weerga: aandachtig doen wat je te doen hebt.

Opruimen is dan geen kwestie van gauw, gauw en smijt maar in de container. Want wat daar ligt aan ‘tienduizend dingen’ bepaalde eens wat op dat moment het belangrijkste in mijn leven was, zoals het schrijven van deze column nu het belangrijkste van mijn leven is, gewoonweg omdat dit moment nooit meer terugkomt. Aandacht voert mij door mijn tranen en mijn onrust heen. Ook bij opruimen is het zaak niet te blijven hangen in de kramplaag van ons egosysteem, maar te huizen in wat we wezenlijk zijn: liefde, vrede, vrijheid – NU.

Het is een ingrijpende les, dit opruimen. Een levende les in vergankelijkheid. En het kan gaandeweg een bezigheid vol ritueel, respect en compassie worden. Alles gaat door je handen; ik nam er de tijd voor en betoonde het de eer die ik passend vond. Want loslaten is pas mogelijk als je, wat los te laten valt, er volledig kunt laten zijn. Gevoelens van mededogen bekropen mij: niets blijft; alles beweegt; steeds weer. Niemand stapt ooit in dezelfde rivier. Dit weemoedige weten doordrenkte me en schiep gaandeweg de ruimte en de vreugde over het oneindige, veranderende doorgaan. Geen grenzen. Je daarvoor openen, je daaraan overgeven!

Alleen met deze zorgzaamheid en die weidsheid als richtpunt valt de les blijkbaar te leren. Pas dan valt het kwartje: er is altijd alleen maar doorgaan. Ga je het avontuur aan of deins je terug in een poging de dingen vast te houden en word je, onvermijdelijk, slachtoffer van je eigen leven?

Zo krijgt opruimen een andere dimensie. Zen-in-huis-meester Gary Thorp heeft er een boek over geschreven. De lol zit er niet in om dingen, liefst voor altijd, bij je te houden. Je moet er wel goed voor zorgen en dan kan het afscheid ervan in vrijheid resulteren. Onder aanvaarding van de schoonheid van de onvolmaaktheid van de wereld waarover Anne Cushman schrijft in nummer 78 van Ode. Knopen raken kwijt, badspeeltjes worden schimmelig, in sokken vallen gaten, jurken passen niet meer. Aanvaard dat je gedachten afdwalen, dat je lichaam ouder wordt, dat woorden verkeerd gespeld worden en dat niets – de was noch liefdesrelaties – ooit echt af is en dat je niets blijvend kunt behouden, of het nu oude foto’s zijn, het verleden, je familie, je herinneringen of je lijf. Ik besefte dat de ballast die ik met een zucht losliet, niet zozeer de dingen zelf zijn, maar vooral het idee dat ze vastgehouden kunnen worden.

Terwijl ik deze regels tik, zingen ze een woonlaag onder mij: ‘Nothing is said, nothing is done and the heart is dancing in silence’. Mijn nieuwe lief, als een wonder op mijn weg gekomen, dirigeert haar koor in ons tijdelijke onderkomen. Net als ik heeft zij haar huis opgeruimd en verhuurd. Beiden hebben we schoon schip gemaakt om gezamenlijk in het diepe te springen. Het opruimen blijft altijd doorgaan, zeker, maar het markeert ook immer een nieuw begin. In ons geval een lange reis met onbekende bestemming, waartoe een royale uitstap naar de verten van het Oosten behoort. U hoort nog van ons!

Dick Verstegen