Misstap, Dharma
en democratie

21803cbea6e56b9e50b1d2c881601f18

Heisa. Een gerespecteerd gehuwd zenleraar met formele transmissie heeft een paar jaar een relatie gehad met een vrouwelijke leerling. Nico Tydeman. De wereld valt over hem heen. En er worden parallellen getrokken met de misbruikschandalen die opdoemen uit de besloten krochten van christendom, boeddhisme en andere religies. Wie zich hier een oordeel over wil vormen, ontkomt er niet aan eerst de nuchtere feiten te kennen.

 

  • De intimiteit vond plaats binnen een leraar-leerling-verhouding.
  • Zij heeft zich voltrokken tussen de twee volwassen personen met beider instemming.
  • De leraar erkent dat hij een misstap heeft begaan.
  • Hij besloot tot openbaarmaking van de kwestie.
  • Hij effectueerde dat in sangha-bijeenkomsten op 27 en 28 oktober jl.

Vanuit de beleving van de beide betrokkenen was er van misbruik geen sprake. Maar vanuit de gedragsregels voor leraren is dat wel het geval en was er sprake van seksueel grensoverschrijdend en dus ontoelaatbaar gedrag. Ook de leerling droeg hier overigens haar eigen verantwoordelijkheid. Wat mogelijk een zaak had kunnen blijven tussen de drie rechtstreeks betrokken volwassenen, ligt nu op straat. Was dat nodig? Was dat onontkoombaar? Ja, ik denk dat Nico geen andere optie restte, toen hij zich realiseerde dat wat hij gedaan had schade toebrengt aan wat hem het meest dierbaar is: de relatie met zijn vrouw Joke en zijn Dharma-onderricht. En ook de vrouw met wie hij de relatie had, deelt in die schade. Voorts is het vertrouwen van zijn leerlingen in het geding en het vertrouwen van boeddhistische beoefenaars in het algemeen. Waar is je beoefening nog veilig?

Wie de reacties leest op de eerste publicatie over de zaak in het Boeddhistisch Dagblad onder de kop Zenleraar Tydeman blijft aan als leraar na jarenlange buitenechtelijke relatie met studente herkent in één oogopslag degenen die ‘weten’ en veroordelen. Makkelijk zat: Hij heeft de Dharma verloochend en een zwakke vrouw vanuit zijn machtspositie misleid. Vaak zijn de harde oordelen ook nog verpakt in pseudoniemen. Er zijn ook andere stemmen.

De Dharma is onaantastbaar. Als in zen over de Dharma wordt gesproken, dan gaat het vaak om de niet in woorden te vatten werkelijkheid, waarin al het bestaande een weerspiegeling of een uitdrukking is van wat namen heeft als ‘de weg’ of ‘de bron’: het mysterie. Een zienswijze die ook haar uitdrukking kan vinden in diepe ervaring en die fundamenteel is voor wat de Boeddha onderwees. Een belichaming van de Dharma kan geschonden worden, de Dharma niet. En de geschonden belichaming kan nog steeds van de Dharma spreken. Dit leven kunnen wij niet leven zonder vuile handen te maken. Ik praat daarmee niets goed, maar het is belangrijk deze waarheid diep tot je door te laten dringen. Een vriend die ik het verhaal van Nico vertelde, reageerde met ‘Tja, ik ben geen haar beter dan hij.’ En daarmee bedoelde hij niet dat hij ook een buitenechtelijke relatie had gehad.tres joyas budismo

In de ongetwijfeld moeilijkste Dharmales van zijn leven zei Tydeman op die 27e oktober in Amsterdam en later in Utrecht: ‘Ik had deze relatie niet aan moeten gaan. Ik meende oprecht dat het liefde was maar ik zie nu in dat ik als leraar een grens heb overschreden.’ Hij heeft een tijdje met het idee gespeeld om op te stappen. Maar gaandeweg kwam hij tot de conclusie dat hij niet weg wilde lopen van zijn misstap, juist vanwége de Dharma: ‘ik sta voor mijn onderricht inclusief mijn fouten en gebreken. Leraren en bestuur hebben de vrijheid ofwel mij te laten weten dat ik niet meer welkom ben in het ZCA, ofwel mij te vragen ondanks mijn onverstandig handelen, mijn onderricht voort te zetten’.

Alle vijf leraren van de Amsterdamse sangha zijn unaniem en expliciet in hun steun aan Tydeman om te blijven. Het bestuur denkt er in meerderheid net zo over. Op één bestuurslid na. Hij vindt dat er eerst gewerkt moeten worden aan zorg voor elkaar en vertrouwensherstel. Pas dan kan er sprake zijn van eventuele steunbetuiging. Democratie is een groot goed. En ook in sangha’s kunnen en moeten veel beslissingen op die wijze genomen worden. Maar de vraag of een leraar blijft in een situatie als de thans ontstane, kan m.i. niet op voorhand aan democratische besluitvorming onderworpen worden.

De uitleg daarvan is heel eenvoudig. Het staat de leraar als belichaming van de Dharma niet vrij om bij fouten het bijltje erbij neer te gooien. Nee, hij staat op en toont zich met zijn fouten aan zijn sangha. Hier sta ik, geschonden en wel. Eerst moet de leraar zich oprichten en zich opnieuw aanbieden, inclusief zijn tekorten. Dan spreekt en handelt elk sanghalid voor zich. Door te blijven of te gaan.

Letterlijk zei Nico: ‘Ik sta voor mijn onderricht – inclusief mijn zwakheden. (…) Ik ben een leerling en volgeling van de Boeddha en ik geef krachtens de lijn van opvolging waarin ik sta, in zijn naam onderricht. Ik sta ook voor mijn onderricht en onderzoek inzake de waarde van de mystieke tradities, niet alleen voor mijzelf en mijn leerlingen, maar ook voor het welzijn van de wereld. Aan elk lid van de sangha laat ik de keuze mij te verlaten of mij verder op deze weg te volgen. Ik betreur het zeer dat mijn gedrag zoveel zorgen en gevoelens oproept. Niet in de laatste plaats jegens mijn vrouw Joke. Wij blijven samen. Het liefst had ik dit aan iedere leerling persoonlijk willen vertellen. Ik dank je dat je naar deze Dharmales hebt willen luisteren.’ Let wel: een Dharmales.

Natuurlijk is ook de leraar van een sangha uiteindelijk onderworpen aan het oordeel van de mensen om hem heen: zijn mede-leraren, het sanghabestuur, zijn senior-studenten en al zijn sanghaleden. Zij zouden uiteindelijk democratisch kunnen zeggen: we kunnen je niet langer als leraar aanvaarden. Maar eerst dient de leraar zich op te richten. Het gaat niet aan dat hij deemoedig het hoofd op het blok legt en door de goegemeente laat bepalen of hij weg moet of mag blijven. Dat laatste is alleen mogelijk vanuit de fierheid je met je fouten neer te zetten met een overtuigd: ik blijf, want ondanks alles blijft de Dharma in mij leven. Daarna zou het tijd voor democratie kunnen zijn.

Je vastbijten in het oordeel dat het fout is wat Nico gedaan heeft, lost niets op. Stel je eens de vraag of al dat prachtige onderricht dat hij 35 jaar lang heeft gegeven, in woord en geschrift, door zijn misstap in één klap waardeloos is geworden. Nee toch? Wat naar het verleden toe geldt, geldt in beginsel ook voor de toekomst. Blijven we hem de kans geven ons steeds weer in het hart te raken? Kunnen we hem met liefde blijven bezien als een mens die zichzelf, anderen en het Dharma-onderricht grote schade toebracht? Kunnen we daar in elk actueel moment weer toe in staat zijn? Dan helpen we het beschadigde gewas van zijn Dharma-onderricht te bewaren en te koesteren, zodat het zich geleidelijk kan herstellen. Ik zou dat alleszins de moeite waard vinden.

www.dickverstegen.nl

 

 

 

 

Leerling van Nico

Sinds 20 augustus ben ik leerling van Nico Tydeman. Op 26 september bekrachtigd met een kort shoken-ritueel.  Niks bijzonders. We steken samen wierook aan en we buigen naar elkaar. Ik iets vaker naar hem, dat wel.

‘Wat ik erg graag zou willen’, aldus Joop Hoek van het Boeddhistisch Dagblad in een mail aan mij, ‘is een tekst van jouw hand over het waarom een zenleraar (jij) weer leerling wordt van een andere zenleraar (Nico). Wat zijn jullie dan van elkaar, de lucifer en de brandstof? Zou ik zoiets van jou mogen ontvangen, ik denk dat het een schitterende tekst wordt.’  Daar gaat ie dan:

Steeds beter ga ik inzien dat het ons aan niets ontbreekt. Dat geldt natuurlijk ook voor mij. De Dharma, de werkelijkheid van elk moment die, precies zoals hij is, het hart van Boeddha’s leer in zich draagt, omgeeft mij overal en altijd.  Zij herbergt mij, terwijl ik er zelf deel van ben. Ik rust in de Dharma, zoals wij allen dat doen. Ik kan dat opschrijven, zoals U ziet. En of ik dat begrijp? Ik kan mijn notie in stuntelige woorden uiteenzetten, maar dit mysterie kan ik slechts voelen en niet vatten. Ik weet alleen dat ik een verlangen ben gaan koesteren om bij mensen de openheid voor de Dharma te bevorderen. En dat verlangen is, sinds ik in 2000 ‘formeel’ les ging geven, steeds dieper geworden. Mijn leraar Rients Ritskes ben ik dankbaar voor de steun die hij mij gegeven heeft bij het ontwaren en het ontwarren van dit verlangen.

In 2011 nam ik in mijn boek De tocht van het hart 1) per open brief enige afstand van hem: ik liet zijn hand los. Eind dat jaar heb ik dat in een gesprek nog eens toegelicht. Maar toen en in het incidentele contact dat wij nadien nog hadden, voelde ik tot mijn spijt met hem geen band van bewogenheid in de Dharma meer. Dat was vroeger wel anders geweest.

Geen probleem want het gaat om de Dharma zelf en die kent, als bron van leven , inspiratie en creativiteit, geen grenzen. Ca. vijftien jaar geleden begon ik mensen mediteren te leren. Vele honderden. Het helpen mensen zich te openen voor de Dharma is voor mij het meest wezenlijke geworden wat er te doen valt.

Net als de Hartsoetra, de Bodhisattvagelofte en andere teksten is allengs ook de ‘voorouderlijke’ stoet  Dharmavoorgangers voor mij steeds belangrijker geworden. Dat inzicht is nog versterkt door een ervaring die ik eens had bij Familie-opstellingen, toen ik heel helder beleefde hoe al mijn voorouders achter mij stonden. Ik ben de laatste jaren meer en meer gaan beseffen hoe graag ik mij verbonden wil voelen en weten met een lineage, een stamboom van Dharmavoorouders die terug gaat tot zelfs voor de Boeddha.

Van Rients Ritskes kon en wilde ik om meerdere redenen geen Dharmatransmisie meer aannemen, wat ik aanvankelijk wel voor ogen had. Ik overwoog vervolgens, na maanden van reflectie, dat er maar één leraar is bij wie ik in de leer wilde gaan om mijn zenweg voort te zetten. Dat is Nico Tydeman die ik als zenvriend al zo lang ken. Als die optie, om welke reden dan ook, niet door zou kunnen gaan, dan zou ik het nergens anders meer proberen. Dan had ik alleen de Dharma nog en dat was OK.  Tenslotte kan transmissie alleen voortkomen uit geen-zelf, zoals Jeff Shore dat ooit verwoordde. Eenzaam maar niet alleen.

Maar Nico zei ja, op die voor mij bewogen 20ste augustus. Mijn overgave aan hem als leraar is nu al genoeg. Ik weet dat er, van mens tot mens, niets ‘doorgegeven’ kan worden. Maar de gezamenlijke bewogenheid in het proces dat we aangaan, van hart tot hart, is heel wezenlijk en tilt zich uit boven twee mensen.  Ik weet niet, echt niet, of Nico mij ooit transmissie zal geven. Daarover zijn geen beloften gedaan of afspraken gemaakt.nico-en-dick-2011En zo is het goed. Ik voel mij nu al in zijn lineage opgenomen. Ik geef mij nu over aan een onbegrijpelijk proces dat zijn eigen weg volgt, zonder enige op voorhand bekende uitkomst. Dat wekt bij mij gelukkig geen beklemming op maar wonderlijk genoeg de ontspanning van het thuisloze thuis. De onbegrensde vrijheid van de weg die Nico en ik samen mogen gaan. De weg die ook de weg van het tussenveld  is.1)

Wat wij dan van elkaar zijn, vraagt Joop, de lucifer en de brandstof? Het is dit onderscheid dat in ons samengaan vervaagt, zoals het in- en uitademen zozeer één proces kan worden dat je alleen maar kan zeggen: ‘ het ademt in mij’. Maar Nico blijft mijn leraar en ik zijn leerling.

1) Lees De tocht van het hart 

eerder gepubliceerd op www.boeddhistischdagblad.nl