De aanslagen in Parijs

xxl-300x168Kan ik het onderwerp Aanslagen in Parijs voor een column van het Han Fortmann Centrum (HFC) uit de weg gaan?

 

  • Ja, dat kan heel goed. Want de trainingsactiviteiten van het HFC hebben toch niets te maken met geweld, IS, Islam, terrorisme en Frankrijk is niet eens een buurland.
  • Nee, natuurlijk kan dat niet. Want de trainingsactiviteiten van het HFC hebben immers alles te maken met geweld, IS, Islam, terrorisme en Parijs is maar een paar uur met auto of trein.

Oh. Nou ja, hoe je het ook wilt bekijken, ik waag me eraan. Wat hebben ze er dan mee te maken, die trainingsactiviteiten van het HFC met die vreselijke onderwerpen? Dat zich in vrijwel alle trainingsthema’s van het HFC het besef van eenheid, liefde en geweldloosheid manifesteert. Laten we ons toch realiseren dat daders slachtoffer zijn van een meedogenloze zelfhaat, die in wezen een schreeuw om liefde is. Kunnen we dit zien met de spiegel van onze eigen reflectie?
images-17In mijn laatste boek, De tocht van het hart, schrijf ik dat de beroemde Vietnamese zen- en mindfulness-monnik Thich Nath Hanh, ons in een van zijn gedichten (Please call me by my true names) voorhoudt dat wij in de eenheid van alle verschijnselen zowel het verkrachte meisje van twaalf zijn als de zeerover die haar verkracht. Ik heb voor die eenheid geen ander ijkpunt dan mijzelf. Dat is de ‘ik’ in het gedicht, waarvan je de titel het best kunt vertalen als: Noem me toch bij alle namen die ik heb.

Hij zegt daarin, na een ontboezeming over een bloesemknop en een kleine vogel, o.m.: ‘…..Ik ben de kikker die ronddartelt in een heldere vijver. En ik ben de toesluipende ringslang die de kikker opslokt. Ik ben het kind in Oeganda, vel over been, mijn beentjes zo dun als bamboetwijgen. En ik ben de wapenhandelaar die moordwapens aan Oeganda levert. Ik ben het meisje van twaalf, op een klein vluchtelingenbootje, dat overboord springt; ze is verkracht door een zeerover. En ik ben die zeerover, mijn hart nog doof voor liefde en begrip…..’

Zenmonnik Zesshin van der Plas schrijft heel mooi iets soortgelijks in het Boeddhistisch Dagblad van 14 november, een dag na de vreselijke aanslagen in Parijs onder de kop ‘Ik ben het die schiet en ik ben geschokt dat ik dat ben’: ‘Hoe zou ik gereageerd hebben als ik in die concertzaal in Bataclan had gezeten, ik zat veilig thuis. Dus ik heb geen enkel recht van (s)preken, ik ga alleen bij mijzelf te rade, het raakt me. Waarom? Omdat ik mijzelf weerspiegeld zie in het hele gebeuren, ik ben het die schiet en ik ben geschokt dat ik dat ben.’ (…) Daarom identificeer ik mij meer met de schutters, met diegenen die zich opbliezen, dan de slachtoffers. Hoe kom ik tot deze gruwelijke daad? Waar in mij huist dat? Waar ben ik in beland, waar ben ik in beland: Ik ben de schutter.’

Kunnen wij rusten in deze waarheid, kunnen wij die niet als frustratie beleven, maar als een bevrijding, die een oproep is tot liefde? Want van alles wat we in elk nu meemaken, valt niets af te zonderen. Het gedicht van Thich Nhat Hanh begint zo: ‘Denk niet dat ik morgen verleden tijd ben, want telkens verschijn ik, ook vandaag. Kijk goed: elke seconde kom ik je tegen als een bloesemknop aan een lentetak, als een kleine vogel met tere vleugels, die leert zingen in zijn nieuwe nest, als een rups in het hart van een bloem, als een juweel binnen in een steen. Mijn komst blijft gaande – lachend en huilend, met vrees en met hoop. Mijn hartslag is geboorte en dood van al wat leeft…..’

Tenslotte nog even dit: wat past er niet in het rijtje: geweld, IS, Islam, terrorisme? Natuurlijk, zo is het. Houd het in de gaten als je de neiging hebt alles over één kam te scheren. Rumi, de grote Islam-dichter, bezong steeds maar één ding: de liefde die ons draagt.

www.zennijmegen.nl

 

 

Hoezo werk in evenwicht?


kraanvogel-een-pootWerk in evenwicht
. Het motto van de maand van de spiritualiteit èn van ons Han Fortmann Centrum zet mij meteen in een spagaat. Ik weet niet of het een gebod is met werken als werkwoord of dat het een zelfstandig voornaamwoord is met als toevoeging dat het evenwichtig of in evenwicht is. Het is blijkbaar zaak te werken in evenwicht. Wat is dat? Is dat evenwicht nastreven in degene die werk verricht of is het evenwicht aanbrengen tussen werk en andere dingen in je leven? Is het balans zoeken tussen moeten en willen? Gaat het om evenwicht in doen en laten? Of gaat het om werk dat ‘klopt’ voor het welzijn van deze wereld? Nou ja, zo kan ik nog wel even doorgaan. Geïnspireerd door dit licht verwarrende motto ben ik zelf uitgekomen op twee titels voor retraites die ik ga geven: Op één of twee benen? En De balans van het (niet-)doen.

Op één been door de wereld komen lukt niet. Het is soms verleidelijk om je als een Kraanvogel of een Flamingo terug te trekken op die ene stelt en de boel de boel te laten. Deze houding kan stellig haar nut hebben als ze gepaard gaat met het ontwikkelen van zelfreflecterend bewustzijn. Op dat ene been kunnen we doorkrijgen dat we Boeddha’s zijn en dat we alles hebben wat we nodig hebben om gelukkig te zijn. Dat we alles kunnen loslaten wat dat geluk in de weg staat. Maar ook als je zo te lang op dat ene been rust, kun je een gevoel krijgen dat er een soort patstelling ontstaat. Flamingo’s staan op één poot in de rivier uit een oogpunt van warmteregulatie; ze wisselen ook steeds van been. Wij kunnen het ook ‘koud’ krijgen op dat ene been. Er komt een moment dat je dat andere been erbij zet en ook nog in beweging komt. Je stapt uit je rivier. Op dat moment word je een bodhisattvakrijger. In je hele doen en laten help je iedereen ook gelukkig te worden. Niet zozeer door te gaan oreren en preken of door ‘goede werken’, maar door te zijn wie je bent, een instrument van vrede en liefde. Je gaat naar de markt van het leven en zet alle dorre bomen die je daar tegenkomt in volle bloei. Gewoon door een glimlach, een kwinklslag, een oogcontact. Gewoon door wat je bent en doet en zegt. Wij kunnen niet anders dan zijn in wat we doen en doen in wat we zijn. Kun je dat vertrouwen, kun je daarin geloven? Kun je zien hoe dit proces van één en twee benen zich steeds blijft afwisselen? En kun je daar vrede mee hebben?
li_wuwei-300x130Het heeft alles te maken met de balans van het (niet-)doen. Dat heet in het Oosten wel wu-wei. Wu-wei wordt ten onrechte wel gezien als een aanbeveling om niets (meer) te doen, om de rest van je leven op één been te staan, met alle gevolgen van dien. Niets is minder waar. Wu-wei daarentegen is handelen op het juiste moment, zodat je te werk kunt gaan volgens je bodhisattva-intentie en niet vanuit de ego-machinerie die voorgeprogrammeerde reacties voor je bedenkt. Al komt het voort uit primaire reacties, ego-handelen gaat nooit ‘vanzelf’. Er volgt een spoor van haken en ogen, van dingen die je niet wilt, van pijn en moeite. Dat andere handelen gaat helemaal vanzelf en schept steeds meer ruimte, voor jou en voor de ander.
wu-weu-van-henri-borelJe doet zonder doen en verricht acties zonder in actie te komen. Hoe wonderlijk…. Henri Borel, ch’an-man avant la lettre, noemde dat in een boekje dat oorspronkelijk al van 1895 dateert: ‘het mooie vanzelf gaan’. Wie vrij is van grijpen en dus uit de zelfgemaakte kooi kan vliegen…is vrij te doen wat zij/hij te doen heeft, of het nou werk is of iets anders.

Al onze docenten hebben zo hun eigen invulling voor het concretiseren van de betekenis van Werk in evenwicht. Wat al die invullingen gemeen hebben –dat durf ik wel te stellen- is de liefde voor alles en allen die centraal staat. Geen ‘gepamper’, maar liefde met twee benen op de grond.

Bloem, onkruid en ruimte

img_2625-271x300In paarsblauwe krulletters was op het scherm opeens deze slide te zien: ‘The only difference between a flower and a weed is judgement’. En meteen spoelde er een golf van sympathie en begrip door me heen. Henk Blezer sprak afgelopen zaterdag 17 oktober jl. bij het zilveren jubileumfeest van de BUN in het Amsterdamse Rigpacentrum over de Dietse Dharma. We hebben het over Dr. H.W.A. Blezer, tibetoloog, boeddholoog en indoloog. Hij werkt sedert 1997 als gepromoveerd wetenschappelijk onderzoeker bij de Universiteit Leiden. Zijn onderzoekswerk richt zich met name op het Tibetaans boeddhisme en bön.

Hij had het over polderboeddhisme met ‘teelt van eigen bodem’ en tulpenboeddisme met ‘exotische import’. Hij vroeg zich af hoe je naar het boeddhisme in ons eigen land kunt kijken. Hoe je het zou moeten onderzoeken. Ligt je focus op leraren van binnen of van buiten, op de instituten, op de financiële kanten (follow the money), op de knuffel- en tuinboeddha’s of op de boeddhistische spin-off’s zoals mindfulness? Wij zitten nu midden in een ontwikkelingsproces en begrijpen (vanuit onze separate wagons) niet goed wie en wat we zijn.

En ik hoorde er ook in doorklinken dat we elkaar beter niet kunnen verketteren. Als het om boeddhisme gaat moeten we ons niet blind staren op onze eigen vierkante meter maar open staan voor een ‘dwarse eigenwijze dynamiek’ die meer zegt over wat er gaande is dan onze eigen beperkte perspectief. China was in zijn ‘middeleeuwen’ ook een sociaal-culturele smeltkroes waarin zich een bloeiend boeddhisme ontwikkelde.
img_2621-226x300Dus als je wilt weten wat er hier gebeurt, laat dan even los wat je vindt, want juist dan kan je er beter zicht op krijgen. Essentieel is ook welk materiaal het Nederlands Boeddhistisch Archief de komende tijd gaat verzamelen. Het enige verschil tussen een bloem en onkruid wordt immers bepaald door je eigen oordeel. Dat inzien helpt om het proces dat gaande is door te krijgen en dan ga je de eenheid daarin ontdekken.

Was het niet Bernie Glassman die zei dat je alleen kunt ervaren wat eenheid is als je kunt aanvaarden dat alles – elk mens, elk verschijnsel, elk ding – anders is? Onderling en steeds weer, elk moment opnieuw. Wij en de ander/het andere zijn nooit, geen moment, hetzelfde, steeds anders, altijd nieuw. En precies daarin zijn we één. Ieder, alles, is zoals het is.

Terwijl ik naar de sprekende Henk keek, had ik ook steeds het kolossale boeddhabeeld van het Rigpacentrum in het vizier; het stond maar een paar meter van hem vandaan. En beide beelden ontroerden me. Hier stond een man die voor een breed en tolerant perspectief pleit, een helicopterview, over de schutting kijken. Die ruimte wil laten voor de ‘dwarse eigenwijze dynamiek’ van het leven zelf. En daar was het beeld van de Boeddha, dat een beetje op de groei gekocht was, zo had ik van BUN-voorzitter Michael Ritman vernomen. De verhuizing naar een veel grotere ruimte ging voor Rigpa op het laatste moment niet door. Dus kwam in het ‘oude’ pand de ‘te’ grote Boeddha terecht. Ruimte. In beide gevallen is het woord ruimte cruciaal. Het boeddhisme in Nederland vindt zijn eigen weg wel, zoals de Rigpa-Boeddha ooit zijn grotere ruimte wel zal vinden.

Jon Kabat Zinn (71) stripte zijn mindfulness van alle religieuze elementen. Vanwege de ruimte die zo zou kunnen ontstaan voor de mensen die ermee gediend zouden kunnen zijn. En later in zijn leven liet hij steeds meer blijken dat het boeddhisme hem wel degelijk geïnspireerd had tot zijn mindfulness-benadering. De bekende Vietnamese zenmonnik Thich Nhat Hanh (88) introduceerde vanuit het boeddhisme dat hij kende zijn eigen aandacht-training, maar zo laagdrempelig dat de daarmee geboden ruimte door zeer velen werd betreden.

Ik hoorde iemand die het weten kan onlangs zeggen dat wij misschien denken dat het boeddhisme in het westen hoogtij viert, terwijl het in Azië doodbloedt. In zijn ogen was het tegendeel waar. Met name in het eigentijdse China zou er sprake zijn van een indrukwekkende revival. Ik maak me niet zo druk om het of/of in dit vraagstuk..

Evenmin maak ik me erg druk over de vraag ofhet boeddhisme zich precies conform de tradities ontwikkelt in Nederland. Wel vind ik belangrijk dàt er sprake is van ontwikkeling. Bij voorkeur zonder elkaar voortdurend de maat te nemen. En vooral toch door de bloem te zien die de Boeddha ooit op de Gierenberg omhoog hield. Ongetwijfeld was het een wilde bloem, ‘onkruid’ misschien wel. Omhoog gehouden in de vrije ruimte.

 

Driemaal scheepsrecht

Drie maal scheepsrecht neem ik maar aan. Twee eerdere columns heb ik voor publicatie
hsinhsinmingcover-small-184x300afgekeurd. Ik begin nu aan de derde. Ik heb niet echt last van een writers block, maar de onderwerpen komen me de laatste tijd niet aanwaaien. Die twee eerder geschreven columns vond ik bij nader inzien niet boeddhistisch genoeg. Dat is lastig want ik heb tegelijkertijd een aanzienlijke weerzin tegen de indeling boeddhistisch en onboeddhistisch. Maar ja het Boeddhistisch Dagblad wil als onafhankelijk geëngageerd journalistiek webmagazine op een betrokken en frisse manier boeddhistische thema’s aansnijden en toelichten. Dus….

Mijn boeddhistische thema in deze column gaat over oordelen als: Dit is boeddhistisch en dàt is onboeddhistisch. Als Seng-ts’an, de derde ch’an-patriarch, in de zesde eeuw zijn prachtige tekst over de Geest van vertrouwen (Hsin Hsin Ming) schrijft, bedoelt hij niet dat je geen oordelen mag hebben. Hij doelt erop dat je je niet op sleeptouw laat nemen door je oordelen. En dat is wat ik menigeen toewens, ook en soms vooral als ik door de BD-kolommen blader. Het onboeddhistische van mijn eerste column-poging was dat ik mij te veel had laten meeslepen door mijn oordeel over een stukje van Jules Prast; een vrij recente bijdrage van hem die was gericht tegen het nieuwe boek van Ton Lathouwers. Het onboeddhistische van het tweede probeersel was dat het stukje te veel over ‘mij’ ging, nl. mijn ervaringen met een lichte tia in de trein naar Amsterdam.

Seng ts’an: De grote weg is niet moeilijk voor wie geen voorkeuren heeft. (…) Maak je echter ook maar het kleinste onderscheid, dan wijken hemel en aarde oneindig ver uiteen. (…)Het vergelijken van wat je bevalt met wat je niet bevalt, is de ziekte van de geest (…).

Maar de patriarch aanvaardt ook de menselijke maat die ons kenmerkt volledig als hij zegt: (…)Als je de ene weg wilt bewandelen, keur dan zelfs de zintuig- en ideeënwereld nooit af. Ja, deze volledig aanvaarden staat zelfs gelijk aan ware verlichting. De wijze streeft niets na, maar de dwaas slaat zichzelf in de boeien. Er is maar één Dharma, er zijn er geen vele; domme hunkeringen veroorzaken al het onderscheid. Met een geest vol vooroordelen de Geest zoeken is de grootste van alle fouten.(…)

Wij zijn ten sterkste geneigd om steeds weer terug te keren tot onze (voor)oordelen. Aanvaard dat gegeven, maar ga er niet in mee. Zie het en ontleen aan dit zien de ruimte om te doen wat je echt te doen hebt. Daar hoef je geen moeite voor te doen. Dat komt vanzelf.
prent-ces-robbenHet idee dat boeddhistisch iets heel speciaals is, valt makkelijk te relativeren. Allerlei oudhollandse gezegden zijn in een handomdraai om te zetten in boeddhistische wijsheden. In korte tijd had ik er 28 bij elkaar. In een volgende column zal ik ze wel eens op een rij zetten. Nu focus ik even op het oer Brabantse: ‘het is zoals het is’, weergegeven door Prent-van-de-week-tekenaar Cees Robben. Daarin legt hij het belangrijke boeddhistische gedachtengoed van de Zoheid (Thatata) neer. Hij heeft zijn prentencollectie tot diep in de vorige eeuw gemaakt en ze stonden altijd in Het Nieuwsblad (van het Zuiden), de regionale kant van Tilburg. Twee oudere mannetjes op een bankje: ‘Hoe ist’ vraagt de een. ‘Tis zoo tis’, zegt de ander. Gevolgd door ‘En zoo ist’….”En nie aanders’. Iets onboeddhistisch blijkt opeens heel erg boeddhistisch te zijn. Wat leuk.

De Zoheid. Het zien/aanvaarden daarvan is het mooiste waartoe wij als mensen in staat zijn. Het draagt in één beweging zowel ‘berouw’ en ‘vergeving’ in zich als compassie en liefde. Naar de ander/het andere en naar jezelf. En het is volledig verbonden met de precisie, de openheid en de intelligentie van het nu (Peter Matthiesen). In de Zoheid staat de waarde- en oordeelvrije observatie in het nu centraal. Precies dat wat Seng Ts’an op het oog heeft in zijn gedicht over Vertrouwen. Er is maar één Dharma! En die is overal, in welke culturele context ook, hetzelfde. Maar die ontgaat je met een denkhoofd vol vooroordelen.

Boeddhistisch of onboeddhistisch verdwijnen in de ervaring van Zoheid. Het onderscheid wijkt ook terug in een recitatie of het oprecht aanroepen van God, Tao, Wakkere Geest of Boeddha. Zo-er kan bijna niet. Namu Amida Butsu!